Oekraïense omroep vraagt EBU om Rusland te schorsen

De Oekraïense omroep UA:PBC heeft de European Broadcasting Union (EBU) gevraagd om het lidmaatschap van de Russische zenders C1R en VGTRK op te schorten en daarmee Rusland uit te sluiten van deelname aan het Eurovisie Songfestival. Aanleiding is het binnenvallen van Oekraïne.

Mykola Chernotytsky, voorzitter van de raad van bestuur van UA:PBC, stelt dat Rusland "als agressor en overtreder van het internationaal recht" niet deel kan nemen aan het songfestival, dat juist in het leven is geroepen om Europa te verenigen. Hij stipt aan dat VGTRK, dat dit jaar verantwoordelijk is voor de Russische inzending, als "instrument dient van de macht van het Kremlin" en "voortdurend journalistieke normen schendt". Uitsluiting zou een krachtig antwoord zijn van het samenwerkingsverband van Europese omroepen, aldus Chernotytsky.

De EBU heeft vorig jaar nog het lidmaatschap van de Belarussische omroep BTRC opgezegd. Het land werd in mei geschorst omdat er onder druk van het dictatoriale regime van president Loekasjenko, geen onafhankelijke journalistiek zou worden bedreven. De omroep zond onder meer interviews uit die ogenschijnlijk onder dwang werden afgenomen. De schorsing werd in juni officieel bekrachtigd. Belarus kan daardoor al niet meer meedoen aan het Eurovisie Songfestival en het Junior Eurovisie Songfestival.

De EBU heeft nog niet gereageerd op de oproep van UA:PBC. Eerder liet een woordvoerder nog weten dat Rusland vooralsnog gewoon mee kan doen in mei. Die verklaring werd gegeven vlak voordat Oekraïne werd binnengevallen.

"Het Eurovisie Songfestival is een niet-politiek cultureel evenement dat landen verenigt en diversiteit viert door middel van muziek", zo stelde de overkoepelende organisator van het songfestival. De omroepen van Rusland en Oekraïne hebben beide toegezegd dit jaar aanwezig te zijn in Turijn. "En we zijn momenteel van plan om artiesten uit beide landen te verwelkomen."